Drie debutanten in Rome kijken vooruit

Cors van den Brink
Cors van den Brink Woensdag, 5 juni 2024
Drie debutanten in Rome kijken vooruit
© Coen Schilderman

Vrijdag beginnen de EK atletiek in het Stadio Olympico in Rome. Al drie keer eerder streek de internationale atletiek neer in dit grote stadion: bij de Spelen van 1960, de EK van 1974 en de WK van 1987. Nog nooit won Nederland er een medaille. Met de 59 atleten die er dit keer heen reizen, moet dat wél gaan lukken, zo voorspelde technisch directeur Vincent Kortbeek eerder deze week. Met drie debutanten kijken we vooruit op het toernooi.

Mark Heiden: ‘De limiet had ik wél verwacht, maar dit p.r. niet’

Half mei verraste Mark Heiden (2002) de Nederlandse atletiekwereld door in Graz zijn p.r. op de 110m horden te verbeteren van 13,60 naar 13,35. Na de zilveren medaille bij de EK-U20 in 2019 en een finaleplaats bij de EK-U23, vorig jaar in Boras, mag hij zich nu gaan meten met de Europese senioren-top. ‘Het opnemen tegen mannen die ik tot nu toe alleen op tv heb gezien, zegt hij. ‘Maar ik zie er naar uit om op dat niveau mee te gaan doen.’ ‘Ik wist al wel dat het steeds lastiger zou worden om me te kwalificeren voor toernooien. Na de juniorentijd gaan de horden omhoog. De limieten worden scherper. Maar met deze tijd kom ik wel in de buurt van de finaleplaatsen’, zo weet hij.

Heiden is lid van PAC en traint bij Marjan Olyslager bij het Atletiek Trainingscentrum Rotterdam. ‘Vorig jaar trainde ik deels op Papendal, maar ik heb nu voor één locatie gekozen. Dat geeft meer rust en het bevalt me prima. Ik studeer bewegingswetenschappen in Amsterdam en hoewel ik veel vrijheid heb met die studie, vergt dat ook al het nodige reizen’. Het leven van Heiden staat in het teken van de atletiek, zo maakt hij duidelijk. ‘Al het andere plan ik er omheen’.

Hij reist naar Rome met een dubbel doel. Met zijn tijd van 13,35 kwalificeerde hij zich niet alleen voor de EK, maar voldeed hij ook aan de nationale limiet voor de Spelen in Parijs. ‘Maar ik heb nog wel een goede score nodig om op de internationale ranglijst hoog genoeg te komen’, zegt hij. Of hij moet voldoen aan de internationale limiet van 13,27 en dus opnieuw zijn p.r. aanscherpen. ‘Ach, wat is nou 8-honderdste?’, zegt hij met de nodige bravoure. Al maakt zijn glimlach duidelijk dat die stap minder makkelijk is dan uit de simpele cijfers blijkt.

En hij corrigeert zichzelf ook. Heiden gaat niet naar Rome om zich te kwalificeren voor de Spelen. Hij wil er een goed toernooi lopen. ‘Ik heb zin in een goede tijd, maar zeker ook in een goede sfeer in de Nederlandse ploeg.’

Mark Heiden Finale 110mh 9187 nl u20 l Coen Schilderman

Jennifer Gulikers: ‘Ik dacht heel lang dat ik niet goed genoeg ben voor een EK’

In de afgelopen jaren reisde de bijna 30-jarige Jennifer Gulikers min of meer achter haar vriend Mahadi Abdi Ali aan door Nederland. Zo kwam de Limburgse eerst in Castricum terecht, waar hij trainde bij Team Distance Runners. En verhuisde ze ruim een jaar geleden naar Ede, toen hij zich aansloot bij het Valley Running Team van Grete Koens. Zelf trainde Gulikers ook, maar het duurde lang voor ze internationale ambities durfde te gaan koesteren.

Gulikers was tot acht jaar geleden handbalster, maar na drie ernstige kruisband-blessures besloot ze die sport vaarwel te zeggen. Het hardlopen was aanvankelijk onderdeel van de revalidatie, maar gaandeweg ontdekte ze haar talenten voor de atletiek. ‘Bij kleine lokale wedstrijdjes liep ik al snelle tijden, zonder veel specifieke training. Nadat ik Abdi had ontmoet, ben ik meer gaan trainen. Maar heel lang bleef ik denken dat ik niet goed genoeg was voor het nationale of internationale niveau.’

Dat veranderde toen ze meeging naar trainingsstages in Flagstaff en Namibië en vorig jaar ging meetrainen met de topatleten van Koens. ‘Rond de jaarwisseling heb ik met Grete mijn doelen voor 2024 besproken en toen durfde ik voor het eerst te denken aan de EK’, vertelt ze. ‘Ik heb in het voorjaar heel constant kunnen trainen en liep in mei bij een wedstrijd in Londen met 32.28,94 de limiet op de 10.000m voor Rome.’

En daarmee kan ze op bijna 29-jarige leeftijd internationaal debuteren. ‘Het betekent heel veel voor me. Een EK of WK was altijd iets voor anderen, waar ik op tv naar keek. De eerste weken nadat ik me kwalificeerde kon ik me maar moeilijk op andere dingen concentreren. Ik wil het niet te klef maken, maar nu zeggen Abdi en ik tegen elkaar: later kunnen we aan onze kleinkinderen vertellen dat we samen aan de EK (waar Abdi de 5000m zal lopen – red.) hebben meegedaan.’

Wat haar doelen betreft blijft ze bescheiden. ‘Ik zie mezelf zeker niet als medaillekandidaat in Rome en ik denk niet aan de Spelen. Mijn leven is niet heel erg veranderd. Ik werk nog altijd 36 uur per week. Maar ons leven draait wel om de sport. We hebben weinig ruimte voor sociale dingen.’

Jeff Tesselaar: ‘Eén keer om je heen kijken en dan focussen’

Half mei bracht Jeff Tesselaar (2003) zijn p.r. op de meerkamp bij wedstrijden in het Spaanse Arona met bijna 300 punten omhoog naar 8035 punten. Hij kwalificeerde zich daarmee voor de EK. ‘Verrast? Ja, eigenlijk wel’, zegt hij over die prestatie. ‘Want ik had in het indoorseizoen te weinig punten behaald om me via de ranking te plaatsen.’ Maar als jonge atleet werd hij toch toegelaten tot het toernooi in Rome. ‘En daar ben ik ontzettend trots op.’

Hij deed ook aan schaatsen en voetballen, vóór hij op 12-jarige leeftijd definitief voor atletiek koos. ‘Maar bij de Spelen van Londen in 2012 – ik was toen een jaar of negen – wist ik al dat ik Olympisch atleet wilde worden’. De Spelen van Parijs komen te vroeg, maar voor volgend jaar hoopt hij op de EK indoor in Apeldoorn en misschien op de WK in Tokyo. ‘Ik wil het rustig opbouwen’, zegt Tesselaar, die in Amsterdam economie studeert.

Waar kwam de progressie naar de 8000 punten vandaan?

Tesselaar traint voornamelijk bij zijn club AAC in Amsterdam, waar Niels Kruller de hoofdtrainer is van de meerkamper. Daarnaast traint hij bij een aantal “specialisten”, deels ook op Papendal. ‘Belangrijk is dat ik zonder blessures heb kunnen doorwerken’, zegt Tesselaar. ‘En ervaring speelt zeker ook een rol. In het verleden liet ik me nog wel eens ontmoedigen door een teleurstellende prestatie, wat invloed had op het volgende onderdeel. Daar kon ik echt in blijven hangen, maar ik kan er nu beter mee omgaan.’ Tesselaar deed als verspringer mee aan de WK-U19 en eindigde vorig jaar als negende bij de EK-U23, maar ziet de EK als een “totaal andere wereld” dan de jeugdtoernooien. ‘Ik kom nu tussen de internationale sterren te staan en dat zal een heel andere beleving zijn’, verwacht hij.

‘Ik heb onlangs aan Anouk Vetter en Sven Roosen gevraagd hoe je daar mee om moet gaan’, vertelt hij. ‘Want ik wil niet als een toernooi-toerist naar Rome. Hun advies? Als je het stadion binnenkomt één keer goed om je heen kijken, maar daarna de focus verplaatsen naar je eigen prestaties’. En zo wil hij het dus aanpakken.

Cali22 Tag1 15 Kai Peters
Cors van den Brink
Geschreven door

Cors van den Brink

Cors van den Brink volgt als freelance journalist sinds 1990 voor diverse media de nationale en internationale atletiek. Tot 2016 deed hij verslag van vele grote toernooien en interviewde hij atleten en coaches. Daarnaast maakt hij interviews en reportages over het reilen en zeilen van verenigingen en loopgroepen binnen de Nederlandse atletiek.